Namen van de beenderen –
De schedel.
Schedelbeenderen, bovenkaak, onderkaak.
De romp. Wervelkolom: halswervels, borstwervels, lendenwervels, heiligbeen, staartbeen.
Borstkas: borstwervels, ribben, borstbeen. Schoudergordel: schouderbladen, sleutelbeenderen. Bekkengordel: heupbeenderen.
De ledematen (armen en benen).
Arm: opperarmbeen, ellepijp, spaakbeen, handwortelbeentjes, middenhandsbeentjes, vingerkootjes. Been: dijbeen, knieschijf, scheenbeen, kuitbeen, voetwortelbeentjes, middenvoetsbeentjes, teenkootjes.
Welk bot komt bij de mens in de wervelkolom en in de Bekkengordel?
Wat maakt het sacrum? – Het sacrum is een driehoekig bot net onder de lumbale wervelkolom. Het sacrum bestaat uit vijf segmenten die zijn samengesmolten tot één groot bot. Het stuitbeen of het staartbeen hecht zich aan de onderkant van het sacrum. Het sacrum vormt de basis van de wervelkolom en het centrum van het bekken. Op de top van het sacrum zijn er vleugels aan beide zijden die ala sacralis heten. Op de ala sacralis, past het sacrum tussen de twee helften van het bekken. Deze bekkenbeenderen worden de iliacale gewrichten genoemd. Dit is waar de SI-gewrichten worden gevormd.
- Deze SI-gewrichten bevinden zich laag op de rug ter plaatse van de twee kleine kuiltjes aan weerszijden van de wervelkolom.
- Deze drie botten van het bekken, het sacrum en de twee iliacale botten, maken een vorm van een ring.
- De rami pubis ontmoeten elkaar in de voorkant van het bekken en vormen een gewricht genaamd de symfyse pubis, ook wel genaamd de schaambeenverbinding,
De iliacale botten bevatten ook de aansluiting voor het heupgewricht. Zenuwen die de wervelkolom verlaten in het gebied van het sacrum helpen bij het besturen van de darmen en blaas en geven het gevoel in het kruis. Er zijn drie soorten bot: geweven bot, corticaal bot en trabeculair bot, Bij volwassenen, wordt geweven bot gevonden waar sprake is van een gebroken bot dat geneest ( callusvorming ).
Het kan ook worden gevonden bij hyperparathyreoïdie (bijschildklieren maken te veel hormonen aan) en bij de ziekte van Paget. Het is samengesteld uit willekeurig gerangschikte collageenstrengen. Het wordt normaal verbouwd door het lichaam en wordt vervangen door corticaal of trabeculair bot. Corticaal bot heet compact of lamellair bot.
Het corticale bot vormt de schors van de beenderen. Corticaal bot heeft een dichte structuur en is 80 procent van onze botmassa. De radius (polsbot), de schedel, en de lange botten zijn gemaakt van corticaal bot. Trabeculair bot doorkruist de interne holte van het bot.
- Het ligt tussen de corticale botoppervlakken.
- Het is de innerlijke ondersteunende structuur en is sponsachtig.
- Het maakt 20 procent uit van onze botmassa.
- Normaal trabeculair bot ondergaat altijd verbouwing aan de binnenkant van het bot.
- Trabeculair bot is te vinden in de heup, ruggengraat en het dijbeen.
De drie belangrijkste cellen die de botten vormen en de botten zijn vorm geven zijn osteoblasten, osteocyten en osteoclasten, Osteoblasten zijn botvormende cellen. Wanneer calcium wordt afgezet in de cellen, maakt calcium de botten sterk en hard. Osteocyten zijn volwassen osteoblasten gevangen in het bot.
- Osteoclasten zijn bot-resorbeerbare cellen.
- Zij breken botoppervlakken af door het vrijgeven van een chemische stof genaamd een enzym.
- Hun activiteit is voor een deel geregeld door hormonen in het lichaam.
- Het is normaal voor de botten om mini-fracturen te hebben door de dagelijkse slijtage.
- Deze mini-fracturen worden genezen door de lopende botremodellering.
Botremodellering komt voor in een cyclus van 120 dagen. Normaal bot heeft een balans van het opruimen van oud bot en de vorming van nieuw bot. Osteoclasten resorberen of ruimen op beschadigd bot in de eerste 20 dagen. Bot wordt vervolgens gevormd door osteoblasten in de resterende 100 dagen.
- Sacrale insufficiëntiefracturen treden meestal parallel op aan de wervelkolom.
- Ze komen het meest voor in de ala sacralis, net naast het SI-gewricht.
- Op sommige momenten is er ook een dwarsfractuur die de insufficiëntiefracturen verbinden wanneer zij zich voordoen aan beide zijden van het sacrum.
- De breuklijnen maak vervolgens een “H” patroon.
Sacrale fracturen worden ingedeeld in drie zones, zone 1, zone 2 en zone 3. Als de breuk alleen in de ala sacralis voorkomt, is er meestal geen risico voor schade aan de zenuwen. Gerelateerd document: Anatomie van de lage rug
Welke drie onderdelen bevat elk bot?
Samenhangend beeld – “We presenteren hiermee voor het eerst het volledige plaatje van botvorming”, zegt Sandra Hofmann, onderzoekster Bioengineering Bone aan de TU/e. En dat is van groot belang: hóe onze botten precies gevormd worden, is nog grotendeels een raadsel.
Bot is een zeer complex materiaal waar enerzijds talloze cellen en processen op elkaar ingrijpen, en anderzijds een ingenieuze stellage (matrix) van collageen wordt opgebouwd die voor de stevigheid zorgt. Van losse onderdelen is intussen veel bekend, maar een samenhangend beeld ontbrak tot nu toe. Bij botvorming spelen drie soorten cellen de hoofdrol: osteoblasten (die botweefsel opbouwen), osteoclasten (die bot afbreken) en osteocyten (die de opbouw en afbraak van bot reguleren).
“De meeste onderzoeken tot nu toe richtten zich op één van deze typen cellen, maar dat is geen goede weergave van echt weefsel”, zegt Hofmann. “We presenteren hier een stukje gegroeid bot dat twee van deze typen cellen bevat: osteoblasten en osteocyten. Een klein deel van de bot-organoïde, gereconstrueerd met 3D-elektronenmicroscopie. De kleuren geven verschillende cellen aan in het netwerk van osteocyten. Het lichtblauwe deel toont de collageenmatrix.
Welke botten heeft een mens?
Verschillende type botten – Het menselijk lichaam bestaat uit verschillende typen botten:
Pijpbeenderen, Deze botten zijn de slanke beenderen. Deze bestaan uit een schacht (het middengedeelte) die meestal gevuld is met geel beenmerg. Aan de uiteinden zitten bredere stukken die de kop of kom van een gewricht vormen. In deze uiteinden zit meestal het rode beenmerg. Er wordt ook nog onderscheid gemaakt tussen lange en korte pijpbeenderen. Voorbeelden van lange pijpbeenderen zijn dijbeen, scheenbeen, kuitbeen, opperarmbeen, spaakbeen en ellepijp. Korte pijpbeenderen zijn bijvoorbeeld de middenhandsbeentjes, middenvoetsbeentjes, vinger – en teenkootjes. Platte beenderen, Bij deze botten liggen de buitenlagen dicht tegen elkaar aan. Voorbeelden zijn de schedel, ribben, schouderbladen en heupbeenderen. Sesambeenderen, Een sesambeen is een bot dat zich bevindt in het verloop van een pees. Een voorbeeld is de knieschijf. Ook in de handen en voeten bevinden zich sesambeenderen. Onregelmatige beenderen, De botten die niet tot de bovenstaande types behoren, worden onregelmatige beenderen genoemd. Voorbeelden van onregelmatige beenderen zijn de wervels en de hand- en voetwortelbeentjes.
Wat is het hardste bot van het menselijk lichaam?
Spier-skeletstelsel – botten – Botten De buitenkant van een bot is hard en stevig, maar de binnenkant van het bot is poreuzer en zachter. Bot is, na tandbeen, het hardste lichaamsweefsel. Samen met het kraakbeen vormt het botweefsel de steun voor je lichaam en beschermt de achterliggende weke delen van je lichaam.
Functies botten Botten zijn cruciaal voor het menselijk lichaam en hebben een skeletfunctie, een beenmergfunctie en een metabole functie. • De skeletfunctie is, dat de botten het skelet vormen en de inwendige organen beschermen, vorm aan het lichaam geven, lichaamsbewegingen mogelijk maken en het lichaam in de ruimte bewegen.
De botten in het skelet worden door pezen en banden bijeengehouden. De botten vormen met het kraakbeen, gewrichten en spieren het spier-skeletstelsel. In het spierstelsel zorgen de spieren en banden met de gewrichten en botten ervoor, dat je je lichaam kunt bewegen.
De beenmergfunctie is de aanmaak van bloedcellen in het beenmerg van botten. • Bij de metabole functie dienen de botten als opslagplaats voor onder andere calcium en fosfaten. Het bindweefsel in het bot zorgt voor een netwerk van zeer fijne kanaaltjes in het bot, waardoor het bloed, lymfevaten en zenuwen tot in het bot komen.
Bot is levend weefsel en bestaat vooral uit bindweefsel en mineralen. Mineralen, zoals calcium, zorgen voor versteviging van het bindweefsel in het lichaam. Vorming nieuw bot In de baarmoeder begint het aanmaken van botten en het vormen van een skelet.
Bij de geboorte bestaan de botten van een baby nog voor een groot gedeelte uit kraakbeen. Aan beide kanten van de groeischijf tussen schacht en uiteinde van het been wordt kraakbeen afgebroken en door botweefsel vervangen. Er wordt ook nieuwe kraakbeenmassa gevormd, zodat de lengtegroei mogelijk is. Het bot vervangt het kraakbeen op de uiteinden van de lange pijpbeenderen.
De diktegroei van het bot gebeurt via het beenvlies. De vorm van het bot bepaalt hoe het wordt aangemaakt. De verbening en de lengtegroei van de botten gaan door tot na de pubertijd. Platte botten worden anders gevormd dan lange pijpbeenderen. • Platte botten worden gevormd uit een laagje bindweefsel, dat we een vliesje noemen.
- Op dit vliesje zitten botvormende cellen (osteoblasten), die starten met het aanmaken van onverkalkt en zacht bot.
- Het bot wordt daarna harder door de toevoeging van kalkzouten (endesmale botvorming).
- Pijpbeenderen worden gevormd vanuit het kraakbeen.
- In de baarmoeder wordt eerst een skelet gevormd van kraakbeen.
Hieromheen wordt een laagje bot gevormd door de botvormende cellen (osteoblasten). Het laagje bot om het kraakbeen werkt als een mal, omdat het kraakbeen omgezet wordt naar bot (enchondrale botvorming). Opbouw van bot Een bot is opgebouwd uit verschillende lagen: • een compacte of corticale botlaag ( schorslaag). Het stevige bindweefsel zorgt voor deze dichte harde buitenste laag van het bot. In de compacte botlaag organiseren de bloedvaten, zenuwen en osteocyten zich zo, dat de kanalen van Havers ontstaan.
De kanalen van Havers bestaan uit een arterieel en veneus bloedvat en een zenuwvezel met daaromheen concentrische ringen van beenweefsel (een osteon). De concentrische ringen beenweefsel staan loodrecht op elkaar en worden lamellen genoemd. Door de lamellen is de compacte of corticale botlaag zeer sterk.
De kanalen van Havers zijn middels horizontale kanalen met elkaar verbonden. De compacte botlaag bevat botcellen, eiwitten en mineralen, zoals calcium, en zit om het middenstuk van het bot heen, de mergholte. • het botvlies of bindweefselvlies (periost).
- Het compacte bot is omgeven door een sterk botvlies (bindweefselvlies of het periost).
- Het botvlies (bindweefselvlies) voorziet het botweefsel van bloed en is voorzien van bloedvaten, lymfevaten en zenuwen.
- De bloedvaten en zenuwen dringen de compacte of corticale botlaag binnen en worden omringd door osteocyten,
Het botvlies bestaat twee lagen: – de binnenste botvormende laag, die tegen het bot aanligt. Deze botvormende laag bevat veel botvormende cellen (osteoblasten) en bot afbrekende cellen (osteoclasten). De vervanging van botweefsel wordt remodellering genoemd.
– de buitenste laag bestaat uit een netwerk van trekvaste vezels, die zorgen voor de bescherming van het bot. Op deze laag zitten de pezen, spieren en banden vast. • een sponsachtig of trabeculair bot (diafyse). Een sponsachtig of trabeculair bot (diafyse) zit in de schacht van het bot. Onder de laag van compact bot zit het sponsachtige bot, dat veel luchtiger is dan het compacte bot.
Hierin zitten gaatjes, net als bij een spons. Tussen het sponsachtige bot door zit het beenmerg, Rondom het beenmerg ligt een dunne laag van bindweefsel, het endost. • het botuiteinde, Dit stuk bestaat uit sponsachtig beenweefsel, dat is bedekt met kraakbeen aan het uiteinde, en maakt deel uit van het gewricht.
• de epifyse (groeischijf). De epifyse (groeischijf) zorgt binnen in het botuiteinde voor de groei van het bot. Bindweefsel bij bot Het bindweefsel van het bot bestaat onder andere uit collageenvezels en calciumfosfaatkristallen. De collageenvezels vormen een netwerk, waarbinnen de botcellen liggen. De botcellen zetten vervolgens de calciumfosfaatkristallen af in een cirkel rondom elke cel.
De collageenvezels zorgen ervoor dat het bot niet kan uitrekken, terwijl de calciumfosfaatkristallen voorkomen dat het bot samen gedrukt kan worden, als er grote krachten druk op uitoefenen. Het bindweefsel van het bot kan zich aanpassen, want als je geregeld beweegt en het bot zwaarder belast wordt, wordt het bot dikker en steviger.
- Beweeg je niet of te weinig, dan wordt het bot gaandeweg dunner en kan sneller breken.
- Beenmerg Een sponsachtig of trabeculair bot (diafyse) zit in de schacht van het bot.
- In het sponsachtige bot zitten gaatjes, net als bij een spons.
- Tussen het sponsachtige bot door zit het beenmerg,
- In dit beenmerg met vet- en bloedvormend weefsel worden de bloedcellen aangemaakt.
Rondom het beenmerg ligt een dunne laag van bindweefsel, het endost. Bij de geboorte zijn alle botten gevuld met rood beenmerg. Bij het ouder worden, wordt dit rode beenmerg grotendeels vervangen door geel of vettig beenmerg. Bij volwassen mensen zit het rode beenmerg vooral nog in het dijbeen, de ribben, de wervels en de heupbeenderen.
In het rode beenmerg worden bloedcellen aangemaakt. In het gele beenmerg slaat het lichaam vooral vetzuren op. Verschillende vormen van botten • De pijpbeenderen (spaakbeen, ellepijp, scheenbeen, dijbeen). Deze slanke beenderen bestaan uit een schacht (het middengedeelte) dat meestal gevuld is met geel beenmerg.
Aan de uiteinden zitten bredere stukken die de kop of kom van een gewricht vormen. In deze uiteinden zit meestal rood beenmerg. • De korte beenderen (handwortelbeentje, voetwortelbeentje). • De platte beenderen (ribben, borstbeen, schedelbeen). Bij deze botten liggen de buitenlagen dicht tegen elkaar aan.
De onregelmatige beenderen (de wervellichamen, zoals kaak, tanden, wervels). • De sesambeenderen, Een sesambeen is een bot, dat zich bevindt in het verloop van een pees (knieschijf, botjes in handen en voeten). Botverbindingen Botten zijn op verschillende manieren met elkaar verbonden en het soort verbinding bepaalt de beweeglijkheid van het lichaam.
• Botweefselverbinding. De botweefselverbinding verbindt twee botten met botweefsel, bijvoorbeeld de delen van de schedel, die aan elkaar vergroeid zijn. • Kraakbeenweefselverbinding. De kraakbeenweefselverbinding verbindt twee botten met kraakbeenweefsel, bijvoorbeeld de overgang van het borstbeen naar de ribben.
Welke botten zitten er in je wervelkolom?
Anatomie van de wervelkolom – De wervelkolom is opgebouwd uit afzonderlijke wervels. Zo zijn er van boven naar onder zeven halswervels, twaalf thoracale wervels en vijf lendenwervels. Onder de onderste lendenwervel bevindt zich het heiligbeen, waarvan het staartbeen het laagste gedeelte is.
Wat voor soort bot is een wervel?
Algemene structuur van de wervels – De wervels bestaan voor het grootste deel uit een wervellichaam, dit is het ventrale, voorste deel van de wervel. Het bestaat uit een massief, cilindervormig stuk bot, wat zorgt voor de stevigheid van de wervelkolom en het draagt het lichaamsgewicht.
Het gewicht op elke wervel wordt naar beneden toe steeds groter, daarom worden de wervellichamen naar beneden toe ook steeds groter om dit gewicht op te kunnen vangen. Wervellichamen zijn aan de bovenkant en onderkant met hyalien kraakbeen bekleed en bestaan, net zoals alle andere botten, uit compact bot en spongieus bot waarbij het rode beenmerg zich tussen de trabekels bevindt.
Aan elke wervel zit een aantal uitsteeksels waar spieren en gewrichtsbanden aan vastzitten. wervelboog De wervelboog is een gebogen botstructuur dat aan de achterzijde van het wervellichaam vastzit en uit twee pedikels en twee laminae bestaat. Pedikels bevinden zich aan de achterzijde van het wervellichaam en zijn korte, cilindervormige uitsteeksels.
Laminae komen samen in de middenlijn van de wervel en zijn platte stukken bot die aan de pedikels vastzitten. wervelgat Een wervelgat is de opening die zich tussen de wervelboog en het wervellichaam bevindt. De wervelgaten van verschillende wervels vormen samen een wervelkanaal. wervelkanaal Het wervelkanaal wordt gevormd door de opeenvolgende wervelgaten van de verschillende wervels.
Beide delen worden met elkaar verbonden door boogvoetjes. Door het wervelkanaal lopen het ruggenmerg, waarvan de ruggenmergwortels aftakken van de ruggenmergzenuwen, als ook de ruggenmerg- en hersenvliezen, Het wervelkanaal bevat bloedvaten en vet, welke laatste onder andere klappen op het ruggenmerg opvangt.
- Doornuitsteeksel Het doornuitsteeksel is een botuitsteeksel dat achter op de rug is te voelen en te zien en waarvan er een aan iedere wervel vastzit.
- Deze uitsteeksels verschillen in vorm en positie, afhankelijk van de plaats van de wervels.
- Zo wijst een doornuitsteeksel in de halswervels C3-C6 naar de rugzijde.
Bij de borstwervels wijst het echter naar beneden en is de vorm puntig, dakpansgewijs. De lendenwervels wijzen weer naar de rugzijde, maar zijn rechthoekig qua vorm. Er hechten zich aan ieder van de doornuitsteeksels dieper gelegen rugspieren, steeds twee van de (gepaarde) rotatoren (draaispieren) en bundels van de meermalen gespleten rugspier of multifidus vast.
- In het gebied van de borstwervels (thorax) werken de spieren mee aan het zijwaarts krommen van dit rugdeel.
- Dit is de kant van de insertie van de beide spieren, gepaard aan zowel de linker als de rechterkant.
- Dwarsuitsteeksel Het dwarsuitsteeksel is een ook botuitsteeksel dat aan de zijkant van de wervelboog vastzit, ter hoogte van de overgang van pedikel naar lamina, en uitsteekt naar de laterale kanten van het lichaam, dus aan de linker- en rechterkant van de wervelboog.
Deze uitsteeksels verschillen, afhankelijk van de plaats van de wervels. Aan de dwarsuitsteeksels hechten zich de dieper gelegen rugspieren vast. Hier is het de origo van de rotatores en van de meermalen gespleten rugspier. tussenwervelgat Het tussenwervelgat is de opening tussen de wervelbogen van twee opeenvolgende wervels.
Welke botten koppelt het bekken aan elkaar?
Bekken (anatomie) Skelet van het bekken, vooraanzicht 1 = 2 = 3 = 4 = 4a = corpus, 4b = ramus superior richting hoofd, 4c = ramus inferior aan staartzijde, 4d = 5 = 6 = 7 = foramen obturatum 8 = rode stippellijn = linea terminalis Het bekken, : pelvis, is bij het deel van het lichaam tussen de buik en de benen of poten.
- Het bekken bekleedt een centrale rol bij de houding en,
- Het bekken doet zowel mee met bewegingen van de benen en poten, als met de bewegingen van de,
- Het bekken is uit vier samengesteld:, en de linker en rechter,
- Heup en heupbeen zijn hetzelfde.
- Linker en rechter heupbeen zijn opgebouwd uit drie onderling in de vergroeide botten: het, het en het,
Het darmbeen wordt ook vaak met bekken aangeduid, omdat het het deel van het bekken is dat aan weerszijden van de heupen is te voelen. Darmbeen, zitbeen en het schaambeen vormen samen het heupbeen en de, Het schaambeen bestaat uit drie delen, een corpus en twee rami ossis pubis,
- Het zitbeen bestaat uit een corpus en een dunnere rami ossis ischii,
- Het bekken verbindt de met de benen en bevindt zich op ongeveer de halve hoogte van het van de, draagt het gewicht van het bovenlijf en beschermt de organen in de bekkenholte.
- Het bekken van de is bij mensen breder dan bij een, om de geboorte van een kind mogelijk te maken.
Het gevolg hiervan is dat de hals van het dijbeen, tussen gewricht en corpus femoris, bij vrouwen een scherpere hoek maakt ten opzichte van de knie. Het bovenste gedeelte van het menselijk bekken wordt het grote bekken, pelvis major, genoemd, het onderste gedeelte het kleine bekken, pelvis minor,
botten in het bekken van een vrouw vooraanzicht achteraanzicht
· · · · · · · · · · · Zie de categorie van voor mediabestanden over dit onderwerp. Overgenomen van “” : Bekken (anatomie)
Waar zit Spongieus bot?
Spongieus bot Spongieus been Spongieus bot, trabeculair bot of botbalkjes is dat bestaat uit een sponsachtig netwerk van dunne beenbalkjes of, De ruimten tussen de beenbalkjes zijn gevuld met dat onder andere grote hoeveelheden cellen bevat die zorgen voor de aanmaak van nieuwe,
Wat is de kleinste bot in het menselijk lichaam?
Het oor bevat het kleinste bot in het menselijk lichaam. – Het kleinste bot in het menselijk lichaam, in het midden van het oor, wordt de “stijgbeugel” genoemd. Het weegt tussen de 2 en 4,3 mg en is tussen de 2,6 en 3,4 mm lang, even groot als een rijstkorrel! Dit oorbeentje heeft zijn naam te danken aan de vorm, die lijkt op de stijgbeugels die door ruiters worden gebruikt.
Hoe veel boten heeft een mens?
Hoeveel botten heeft een mens? Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer 206 botten. Een baby heeft er veel meer! Wel 350 botten. Bij het ouder worden groeien een aantal botten aan elkaar, vandaar dat je als je volwassen bent minder botten hebt.
In je voet zitten wel 26 botjes. Elke hand bestaat uit 27 botjes. Je kleinste bot zit in je oor.
Het skelet van een volwassen mens bestaat uit ongeveer 206 botten. Een baby heeft er veel meer! Wel 350 botten. Bij het ouder worden groeien een aantal botten aan elkaar, vandaar dat je als je volwassen bent minder botten hebt. Dijbeen, sleutelbeen, ellepijp, knieschijf.
Ons lichaam bestaat uit veel verschillende botten. Al je botten bij elkaar noem je geraamte of skelet. Al die botten zorgen ervoor dat je rechtop kunt staan en bewegen. Botten beschermen kwetsbare organen, bijvoorbeeld je longen en hart. Ook zijn botten plaatsen waar spieren zich aan vast kunnen hechten.Er in je voet wel 26 botjes zitten?,Elke hand bestaat uit 27 botjes?,Je kleinste botje in je oor zit? Dat botje in je oor heet de stijgbeugel en is maar 2 millimeter lang.
: Hoeveel botten heeft een mens?
Hoe noem je alle botten in je lichaam?
Het geraamte, ook wel skelet genoemd, bestaat uit zo’n 200 verschillende botten. Al je botten samen noem je het geraamte. Botten zorgen voor je stevigheid.
Welk bot breek je het meest?
Meest gebroken bot Meest gebroken bot: enkel Als jouw enkel, na een trauma, snel blauw en dik wordt, dan is de kans groot dat dit gewricht is gebroken. Het belasten van de enkel leidt tot helse pijnen. Uit de statistieken blijkt dat deze breuk de lijst van meest gebroken botten aanvoert! Overigens kunnen zich verschillende breuken rondom het enkelgewricht voordoen.
Waar wordt het bot door omgeven?
Het bot is omgeven door een stevig botvlies, waarin bloedvaten en zenuwen aanwezig zijn. Vanuit dit botvlies lopen bloedvaten diep het bot in. De bloedvaten lopen door de kanalen, die het systeem van Havers worden genoemd.
Wat is het zwaarste deel van je lichaam?
Het menselijk lichaam voor in bed, op het toilet of in bad Je moet er je hele leven mee doen en waarschijnlijk ben je er daarom erg vertrouwd mee: je eigen lichaam. Maar deze vijf dingen wist je vast nog niet over je lijf! Wie zich heeft verdiept in het menselijk lichaam is vermoedelijk verbluft door de werking ervan.
Cees Mulder,, schreef er een boek over en heeft een aantal feiten over jouw lichaam neergepend die je wellicht nog niet kende. De beschreven processen werken ook zonder dat jij er weet van hebt, maar je kan er straks wel goede sier mee maken in de kroeg. In je hele leven verbruik je 900 complete huiden De huid is het perfecte orgaan voor mensen die van getallen houden.
Een kleine opsomming. De huid is met een gemiddeld oppervlak van 1,70 m2 het grootste orgaan van het menselijk lichaam. Per cm2 huid verlies je ongeveer 1000 huidcellen per uur; op deze manier is na drie weken de bovenste laag van je huid volledig vernieuwd.
- In je hele leven verbruik je tegen de 900 complete huiden.
- De huid weegt zo’n tien kilo en is daarmee het zwaarste menselijke orgaan.
- Elke cm2 huid bevat 200 zweetklieren, één meter aan bloedvaten, 500 zenuwuiteinden, 30.000 melatonine producerende cellen, 2000 talgklieren en 20 vetklieren.
- Een zoen vertelt je of jouw partner goed bij je past Zoenen wordt in sommige landen als onhygiënisch beschouwd, wat misschien niet zo raar is als je bedenkt dat je met zoenen binnen tien seconden 80 miljoen bacteriën uitwisselt.
Toch heeft de tongzoen wel degelijk een biologische functie: door zo te zoenen pik je veel chemische informatie op over je partner. Door zoenen wordt onbewust gecheckt of een potentiële partner gezond is en genetisch goed bij je past. Als je je hersenen plat naast elkaar neerlegt bestrijken ze zes voetbalvelden
Onze hersenen zijn opgebouwd uit tegen de 100 miljard zenuwen, waarbij elke zenuwcel met tienduizenden andere zenuwcellen kan zijn verbonden. Alle zenuwcellen in de grote hersenen bij elkaar bestrijken als ze plat naast elkaar worden gelegd, een oppervlak van 25.000 m2 – dat zijn zo’n vijf tot zes voetbalvelden.
- Frisse kauwgom is niet echt fris Niet alleen de basissmaken en de aroma’s bepalen de smaak van het eten en drinken, ook de structuur en de temperatuur van het voedsel in de mond zijn belangrijk.
- Zo zitten er in de tong allerlei receptoren die gevoelig zijn voor temperatuur.
- Het toeval wil dat de menthol die in pepermuntjes zit, zich bindt aan de receptor die gevoelig is voor lage temperaturen.
Hoewel de temperatuur in de mond dus niet echt daalt, denken je hersenen dat wel en daardoor voelt pepermunt koud aan in je mond. Waarom een vrouw menstrueert? Dat weet niemand!
Samen met een paar mensapen is de mens de enige diersoort die openlijk menstrueert. Waarom blijft een groot raadsel. Alle dieren die een baarmoeder hebben – de placentazoogdieren – stoten een deel van hun baarmoederslijmvlies af als er geen bevruchting heeft plaatsgevonden.
- Bij al deze dieren wordt het afgestoten baarmoederslijmvlies echter volledig geabsorbeerd door de baarmoeder.
- Maar niet bij de mens, bij ons wordt ongeveer twee derde deel van het baarmoederslijmvlies opgenomen door het lichaam.
- De overige 120 milliliter wordt uitgescheiden via de vagina.
- Geloof het of niet maar biologiedocent Cees Mulder kan nog veel meer van dit soort opmerkelijke feitjes over jouw lijf uit zijn mouw schudden.
Hij bundelde ze in het deze week boek ‘‘. : Het menselijk lichaam voor in bed, op het toilet of in bad
Welk bot vormt het meest Caudale deel van de wervelkolom?
De 5 meest caudaal gelegen wervels vormen het lumbale deel (L1-L5). De wervelkolom eindigt inferieur in het sacrum (S1-S5) met de os coccygis (staartbeen).
Hoeveel botten heeft de wervelkolom?
ANATOMIE VAN DE LUMBALE WERVELKOLOM – Het kunnen benoemen van de belangrijkste delen van uw rug en hoe deze delen werken is belangrijk. Omdat u door deze kennis zorg kan dragen voor uw rugprobleem, De menselijke wervelkolom bestaat uit 24 wervels, ook wel vertebrae genoemd.
De hals, de zogenaamde cervicale wervelkolom, kromt iets naar binnen. Het midden van de rug, of thoracale wervelkolom, heeft een bocht die naar buiten is gericht. De buitenwaartse kromming van de thoracale wervelkolom heet kyfose. De lage rug, ook wel de lumbale wervelkolom heeft een binnenwaartse kromming van de wervelkolom, dit heet lordose.
De lumbale wervelkolom is opgebouwd uit de onderste vijf wervels. Artsen verwijzen vaak naar deze wervels als L1 tot L5. De laagste wervel van de lumbale wervelkolom (L5) is verbonden met de top van het heiligbeen. Het heiligbeen, ook wel sacrum genoemd is een driehoekig bot aan de onderkant van de wervelkolom die past tussen de twee bekken.
Sommige mensen hebben een extra, of zesde, lendenwervel. Deze extra wervel veroorzaakt meestal geen bijzondere problemen. Het belangrijkste deel van elke wervel wordt gevormd door een rond stuk bot, wat het wervellichaam wordt genoemd. Een andere naam voor het wervellichaam is corpus vertebrae. De lumbale wervellichamen zijn groter en omvangrijker in vergelijking met de rest van de wervelkolom.
Dit komt deels doordat de lage rug de druk van het lichaamsgewicht en van bewegingen moet weerstaan, zoals tillen, dragen en draaien. Ook grote en sterke spieren verbonden op of nabij de lumbale wervelkolom, plaatsen extra kracht op de lumbale wervels.
De botring kan onderverdeeld worden in een lamina en een pediculus. De lamina is het achterste deel van de botring waar zich de uitsteeksels bevinden; de pediculus is het verbindingsstuk van de botring met het wervellichaam. Een stuk bot steekt uit op het punt waar de twee lamina botten samen komen aan de achterzijde van de wervelkolom.
Deze botuitsteeksels, genaamd processus spinosus, kunnen worden gevoeld als je met je vingers wrijft over de achterkant van je wervelkolom. Elke wervel heeft ook twee botuitsteeksels die naar de zijkant wijzen, één aan de linkerkant en één aan de rechterkant. Deze benige uitsteeksels worden transversus processus genoemd.
De benige uitsteeksels in de lage rug zijn breder dan in andere gebieden van de wervelkolom, omdat veel grote rugspieren hierop aangehecht zijn wat meer kracht met zich meebrengt. Tussen de wervels van elk spinaal segment bevinden zich twee facetgewrichten.
- De facetgewrichten zijn gelegen aan de achterzijde van de wervelkolom.
- Er zijn twee facetgewrichten tussen elk paar van de wervels, één aan elke kant van de wervelkolom.
- Een facetgewricht is gemaakt van kleine, benige knoppen die zich opstellen langs de achterkant van de wervelkolom.
- Wanneer deze botknoppen samenkomen, vormen ze een gewricht dat de twee wervels met elkaar verbindt.
De opstelling van de facetgewrichten van de lumbale wervelkolom geeft vrijheid van beweging wanneer je voorover buigt en weer terug. Zonder de facetgewrichten zou de rug niet zo flexibel zijn, en zou het bewegen stijf verlopen.
De oppervlakken van de facetgewrichten zijn bedekt door gewrichtskraakbeen. Gewrichtskraakbeen is een gladde, rubberachtig materiaal dat de uiteinden van de meeste gewrichten bedekt. Het laat de uiteinden van de botten soepel tegen elkaar bewegen, zonder wrijving.
Aan de linker-en rechterkant van elke wervel zit een kleine tunnel, de zogenaamde neuroforamen (foramina is de meervoudsterm). De neuroforamen is de opening waar de zenuw het ruggenmerg verlaat. Er zijn 2 neuroforamina per paar wervels. De twee zenuwen die de wervelkolom verlaten bij elke wervel gaan via de neuroforamina, één aan de linkerkant en één aan de rechterkant.
De tussenwervelschijf (later beschreven) ligt direct voor de opening. Een uitpuilende tussenwervelschijf of een hernia kan de opening verkleinen en dat geeft druk op de zenuw. Een facetgewricht zit aan de achterkant van het neuroforamen. Osteofyten (botuitsteeksels die zich vormen bij degeneratie) die zich vormen op een facetgewricht, kunnen uitsteken in de neuroforamen, en verkleinen daarmee de opening van de neuroforamen, wat de zenuw irriteert.
De holle buis wat gevormd wordt door de botringen op de achterkant van de wervelkolom, omgeeft het ruggenmerg. Het ruggenmerg is als een lange draad wat bestaat uit miljoenen zenuwvezels. Net zoals de schedel de hersenen beschermt, beschermen de botten van de wervelkolom het ruggenmerg.
Het ruggenmerg loopt door tot de L2-wervel. Onder dit niveau, omsluit het wervelkanaal een bundel zenuwen die naar de onderste ledematen en bekkenorganen gaat. De Latijnse term voor deze bundel van zenuwen is cauda equina, wat paardenstaart betekent. Tussen de wervels, verlaten twee grote zenuwen het ruggenmerg, één aan de linkerkant en één aan de rechterkant.
De zenuwen passeren de neuroforamen van elke wervel. Deze spinale zenuwen samen, vormen de belangrijkste zenuwen die naar de organen en ledematen gaan. De zenuwen van de lumbale wervelkolom (cauda equina), gaan naar de bekkenorganen en de onderste ledematen.
Bindweefsel is een netwerk van vezels, dat de cellen van het lichaam bij elkaar houdt. Ligamenten bestaan uit sterk bindweefsel en hechten botten aan andere botten. Een aantal lange ligamenten komen voor op de voor-en achterzijde van de wervels. Het anterieur longitudinaal ligament loopt lengtegewijs naar beneden over de voorkant van de wervellichamen.
Twee andere ligamenten liggen met de volle lengte binnen het wervelkanaal. Het posterieur longitudinale ligament hecht aan de achterzijde van de wervellichamen. Het ligamentum flavum is een lange elastische band die aansluit op de voorkant van de lamina botten (net achter het ruggenmerg). Dikke ligamenten verbinden ook de botten van de wervelkolom met het heiligbeen (het bot onder L5) en het bekken.
Een speciaal type van structuur in de wervelkolom heet de tussenwervelschijf (intervertebrale discus) wat ook gemaakt is van bindweefsel. De vezels van de tussenwervelschijf worden gevormd door speciale cellen, de zogenaamde collageencellen, Een tussenwervelschijf bestaat uit twee delen. De spieren van de lage rug zijn gerangschikt in lagen. De laag die het dichtst bij het oppervlak van de huid ligt, de oppervlakkige laag, wordt bedekt met een dik weefsel wat de fascia heet. De middelste laag, genaamd de erector spinae, heeft bandvormige spieren die op en neer lopen over de onderste ribben, borst en lage rug.
Een goede manier om de anatomie van de lumbale wervelkolom te begrijpen is door te kijken naar een spinaal segment, Een spinaal segment is dat deel van het ruggenmerg waaruit elk paar spinale zenuwen ontspringt. Elke spinale segment omvat twee wervels gescheiden door een tussenwervelschijf, de zenuwen die de wervelkolom verlaten bij elke wervel, en de kleine facetgewrichten dat elk niveau van de wervelkolom verbindt.
De tussenwervelschijf scheidt de twee wervellichamen van het spinaalsegment. De tussenwervelschijf werkt normaal als een schokdemper. Het beschermt de wervelkolom tegen de dagelijkse trek van de zwaartekracht. Het beschermt ook de wervelkolom tijdens zware activiteiten die een sterke kracht hebben op de wervelkolom, zoals springen, lopen en tillen.
Het spinale segment is verbonden door twee facetgewrichten, zoals eerder beschreven. Wanneer de facetgewrichten van de lumbale wervelkolom naar elkaar bewegen, buigen ze en draaien ze de lage rug.
Hoe heten de botten op je rug?
De wervelkolom bestaat uit allemaal losse botjes, de wervels. Een wervel bestaat voornamelijk uit een stevig stuk bot. Dat stuk bot is door een soepele schijf verbonden met de wervel eronder en die erboven.
Welke zenuwen lopen door de wervelkolom?
Opbouw van de ruggenwervel(rug/hersenen zenuwbanen) –
Opbouw van de ruggenwervel(rug/hersenen zenuwbanen)
Gevolgen van ruggenmergletsel. Welke gedeelte van de wervelkolom is beschadigd? | Dermatomen |
De wervelkolom wordt in vier niveaus verdeeld: cervicaal (hals), thoracaal (borst), lumbaal (laag in de rug), en sacraal (heiligbeen). Elke zone wordt aangeduid met een letter (C, T, L of S). De wervels binnen elk gebied van de wervelkolom worden van bovenaf genummerd. De bovenste wervel op cervicaal niveau heet C1, de tweede C2, de tweede wervel op thoracaal niveau T2 en de vierde wervel op lumbaal niveau L4. De zenuwen lopen vanaf de wervelkolom naar specifieke gebieden in het lichaam. Door vast te stellen waar bij de patiënt zwakte, verlamming of een functieverlies (en derhalve beschadiging van de zenuwen) optreedt, k an de neuroloog afleiden op welk niveau de werv elkolom is beschadigd. | Dermatomen zijn huidgebieden die worden geïnnerveerd door zenuwvezels van één enkele ruggenmergzenuw. Voor de zeven cervicale wervels zijn er acht van deze zenuwwortels. Voor de overige 12 thoracale, vijf lumbale en vijf sacrale wervels geldt dat elke wervel één zenuwwortel heeft die specifieke huidgebieden innerveert. De afbeelding laat zien hoe de zenuwen de verschillende gebieden innerveren. De zenuw afkomstig van de vijfde lumbale wervel, L5, innerveert bijvoorbeeld een huidstrook langs de onderzijde van de rug, de buitenkant van het bovenbeen, de binnenkant van het onderbeen en de hiel. |
De opbouw van de wervelkolom | Kenmerkende structuur van een zenuwcel |
De wervelkolom is letterlijk een kolom van botten, de wervels. De wervels beschermen het ruggenmerg, een lange en kwetsbare structuur die door het midden van de wervelkolom loopt. Tussen de wervels bevinden zich kraakbeenschijven die de wervelkolom beschermen tegen schokken. Tussen de wervels door treden vanuit het ruggenmerg twee zenuwbundels naar buiten, de ruggenmergzenuwen. Deze bundels bevatten zowel motorische als sensibele zenuwvezels, die het ruggenmerg en de hersenen in staat stellen met de rest van het lichaam te communiceren. Hoewel het ruggenmerg driekwart van de lengte van de wervelkolom beslaat, zijn sommige zenuwen langer dan het merg. Deze zenuwbundel wordt de cauda equina genoemd omdat hij op een paardenstaart lijkt. | Het zenuwstelsel bevat ten minste 100 miljard zenuwcellen, die als draden door het gehele lichaam lopen. Ze maken verbindingen tussen de diverse hersengebieden de hersenen en de rest van het lichaam. Een zenuwcel of neuron bestaat uit een groot cellichaam plus een enkele lange uitloper, het axon, waarmee signalen worden verzonden. De neuronen hebben doorgaans veel vertakkingen, de dendrieten, waarmee signalen worden ontvangen. Gewoonlijk verzenden zenuwen hun signalen elektrisch en in één richting, namelijk van het axon van het ene neuron naar de dendriet van het volgende neuron. Op de contactpunten tussen neuronen (synapsen) worden door het axon, dat het signaal geleidt, kleine hoeveelheden zogenaamde neurotransmitters afgescheiden. Deze stoffen activeren receptoren op de dendriet van het volgende neuron waardoor een nieuw elektrisch stroompje wordt opgewekt. Verschillende typen zenuwen maken gebruik van verschillende neurotransmitters om hun signaal via de neuronen over te dragen. |
table>
table>
table>
table>
Bron: ManuelMerck Wikipedia (09/2011) Hits: 75215
Hoe heet het gewricht dat de verbinding vormt tussen hoofd en wervelkolom?
Gewrichten van de hals: het facetgewricht en de tussenwervelschijf – Alle halswervels hebben aan de bovenzijde zowel aan de voor- als achterzijde kleine “vleugeltjes”, deze vleugels vormen de verbinding tussen de opeenvolgende wervels. Deze gewrichten worden ook wel de facetgewrichten genoemd. close-up van het facetgewricht
De overgang van halswervels naar borstwervels. Naast de synoviale facetgewrichten zit er tussen elke halswervel ook een kraakbenig gewricht. Dit zijn de tussenwervelschijven die aan de onderzijde van de wervellichamen tussen de wervels zitten. Om de hals zijn kenmerkende flexibiliteit te geven zijn deze tussenwervelschijven sterk maar ook zeer flexibel.
Waardoor is de wervelkolom buigzaam?
In de rug liggen wervels die het ruggenmerg beschermen. Tussen deze wervels zitten de zogenaamde tussenwervelschijven. Deze schijven zijn een soort schokbrekers voor de wervelkolom. Ook zorgen ze ervoor dat de wervelkolom flexibel kan bewegen.
Welk bot vormt het meest Caudale deel van de wervelkolom?
De 5 meest caudaal gelegen wervels vormen het lumbale deel (L1-L5). De wervelkolom eindigt inferieur in het sacrum (S1-S5) met de os coccygis (staartbeen).
Welk deel van de wervelkolom zit vast aan de heupbeenderen?
Om te begrijpen hoe klachten ontstaan moet men eerst meer weten over de anatomie van de wervelkolom. De wervelkolom is opgebouwd uit drie krommingen. De 3 krommingen van opzij gezien:
- holle halskromming, cervicale lordose
- bolle kromming ter hoogte van de borstwervels, thorcale of dorsale kyphose
- holle lendekromming, lumbale lordose
De functie van de wervelkolom is drieledig:
- Stabiliteit; ieder mens heeft een skelet om vorm en stijfheid te geven aan het lichaam
- Beweging; de wervelkolom is opgebouwd uit bewegende segmenten, de wervels, die bewegingen zoals buigen en draaien mogelijk maken.
- Bescherming van het ruggemerg; het ruggemerg is een dunne zenuwstreng die zorgt voor geleiding van zenuwimpulsen (informatie) van en naar onze hersenen.
Tussen elk van de wervels zit een tussenwervelschijf. De tussenwervelschijf fungeert onder meer als schokdemper. Aan de achterzijde worden de wervels verbonden door middel van twee facetgewrichten, één links en één rechts. Langs de wervelkolom lopen verschillende spieren, welke er onder andere voor zorgen dat we rechtop kunnen blijven zitten, staan en kunnen bewegen.
Welke botten vormen je bekken?
Bekken – Het bekken, in het Latijn pelvis genoemd, bestaat uit vier botten: het heiligbeen, het staartbeen en het linker- en rechterheupbeen. Het bekken heeft een centrale rol bij de houding en beweging. Het doet zowel mee met bewegingen van de benen, als met bewegingen van de romp.
- Het bekken verbindt de wervelkolom met de benen.
- Het bevindt zich ongeveer halverwege het skelet van de mens, draagt het gewicht van het bovenlijf en beschermt de organen in de bekkenholte.
- Het bekken van de vrouw is breder dan bij de man, dit is om de geboorte van een kind mogelijk te maken.
- Het bovenste gedeelte van het bekken wordt het grote bekken genoemd, het onderste gedeelte het kleine bekken.
In het grote bekken bevindt zich een gedeelte van de darmen. In het kleine bekken bevinden zich de blaas en de endeldarm. Bij vrouwen bevinden zich hier ook de vagina, de baarmoeder, de eileiders en de eierstokken, bij mannen zit hier de prostaat.
Welke botten vormen samen het bekken?
Verder bestaat het bekken uit de zitbeenderen; het heiligbeen (os sacrum), het staartbeen (os coccygis) en het schaambeen. Het bekken verbindt de wervelkolom met de benen. Het bekken is essentieel in de houding en de bewegingen van de benen en de romp.